1 op de 5 Nederlanders had een allergie in 2023
14-10-2024 06:30
© Hollandse Hoogte / Vincent van den Hoogen
Het aandeel mensen dat aangeeft een allergie te hebben is toegenomen van 18 procent in 2014 tot 21 procent in 2023. Allergieën komen het vaakst voor onder 25- tot 35-jarigen. Volwassen vrouwen hebben vaker een allergie dan volwassen mannen, maar jongens vaker dan meiden. Stedelingen geven vaker dan inwoners van het platteland aan dat ze een allergie hebben. Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête van het CBS.
In deze enquête wordt sinds 2014 gevraagd of iemand een allergie heeft. Er wordt niet gevraagd naar het soort allergie.
Heeft een allergie201417,9201518201618,2201719,1201818,8201920202019,9202120,2202220202321,1Heeft een allergie201417,9201518201618,2201719,1201818,8201920202019,9202120,2202220202321,1
Meeste allergieën onder 25- tot 35-jarigen
Allergieën komen het meest voor onder 25- tot 35-jarigen (29 procent). In de eerste levensjaren (0- tot 4-jarigen) heeft 8 procent in 2022/2023 een allergie. Dit aandeel loopt langzaam op met de leeftijd, tot rond de 30 jaar. Daarna neemt dit aandeel weer af: zo zegt 10 procent van de 75-plussers een allergie te hebben.
Vrouwen vaker allergisch dan mannen, maar jongens vaker dan meiden
In de leeftijdsgroepen tot 15 jaar zeggen jongens vaker een allergie te hebben dan meiden. In de leeftijdsgroep van 15 tot 20 jaar is dit ongeveer gelijk: 28 procent. Boven de twintig jaar zijn het juist de vrouwen die vaker zeggen een allergie te hebben. Van de 45- tot 50-jarigen zegt 20 procent van de mannen een allergie te hebben, en 29 procent van de vrouwen.
Allergie naar leeftijd en geslacht, 2022/2023¹⁾0 tot 5 jaar8,66,95 tot 10 jaar14,912,710 tot 15 jaar25,917,515 tot 20 jaar28,328,420 tot 25 jaar23,426,325 tot 30 jaar27,030,730 tot 35 jaar28,030,335 tot 40 jaar24,029,340 tot 45 jaar23,130,945 tot 50 jaar19,829,450 tot 55 jaar19,725,555 tot 60 jaar17,021,460 tot 65 jaar12,717,165 tot 70 jaar13,817,970 tot 75 jaar9,115,975 jaar
of ouder7,312,2¹⁾ Cijfers van 2022 en 2023 zijn samengevoegd i.v.m. statistische betrouwbaarheid.Allergie naar leeftijd en geslacht, 2022/2023¹⁾0 tot 5 jaar8,66,95 tot 10 jaar14,912,710 tot 15 jaar25,917,515 tot 20 jaar28,328,420 tot 25 jaar23,426,325 tot 30 jaar27,030,730 tot 35 jaar28,030,335 tot 40 jaar24,029,340 tot 45 jaar23,130,945 tot 50 jaar19,829,450 tot 55 jaar19,725,555 tot 60 jaar17,021,460 tot 65 jaar12,717,165 tot 70 jaar13,817,970 tot 75 jaar9,115,975 jaar
of ouder7,312,2¹⁾ Cijfers van 2022 en 2023 zijn samengevoegd i.v.m. statistische betrouwbaarheid.
Stedelingen vaker allergisch dan plattelandsbewoners
Het aandeel mensen met een allergie neemt toe met de mate van stedelijkheid van de woonomgeving. Zo geeft 24 procent van de bewoners van zeer sterk stedelijke gemeenten aan een allergie te hebben, tegen 17 procent van de plattelandsbewoners (niet-stedelijke gemeenten).
Allergie naar stedelijkheid woongemeente, 2022/2023¹⁾Zeer sterk stedelijk23,6Sterk stedelijk22,2Matig stedelijk19,4Weinig stedelijk16,6Niet stedelijk16,7¹⁾ Cijfers van 2022 en 2023 zijn samengevoegd i.v.m. statistische betrouwbaarheid.Allergie naar stedelijkheid woongemeente, 2022/2023¹⁾Zeer sterk stedelijk23,6Sterk stedelijk22,2Matig stedelijk19,4Weinig stedelijk16,6Niet stedelijk16,7¹⁾ Cijfers van 2022 en 2023 zijn samengevoegd i.v.m. statistische betrouwbaarheid.
Bronnen
StatLine – Gezondheid en zorggebruik
Tabel – Allergieën
Leave a reply
Leave a reply